In gesprek met Charissa Oversteegen

“Positieve gezondheid werkt beter voor mensen met dementie dan de intake die we voorheen met hen deden”.  

Charissa Oversteegen, wijkverpleegkundige bij Beweging 3.0, is één van de beste ambassadeurs van het concept positieve gezondheid. En ze heeft een missie. Ze kreeg haar collega’s enthousiast, haar leidinggevende én de cliëntenraad. Toch ondervond ze ook weerstand. Collega’s waren sceptisch en bang dat het meer werk zou opleveren. Eén van de mooiste uitkomsten is dat het leidt tot andere inzet van zorguren én dat het juist heel goed werkt bij mensen met beginnende dementie. Lees het hele interview hieronder.

Waarom ben je zo enthousiast over Positieve Gezondheid?  

Het is iets dat er heel positief uitziet, bijvoorbeeld het spinnenweb, dat is heel vrolijk, zeker in vergelijking met andere informatieboekjesdie je meegeeft. En het leuke vond ik dat kwaliteit van leven en zingeving een belangrijk onderdeel zijn van Positieve Gezondheid. Tijdens een intake gesprek bespreek je dat als wijkverpleegkundige, maar het is nooit écht een onderdeel van het intakegesprek. Terwijl het wel heel belangrijk is en de basis vormt van hoe je je eigen gezondheid ervaart. Waarom kom je je bed uit? Zingeving staat op nummer 1, als je geen nut ziet om te leven, dan ga je ook geen dingen veranderen. Ervaar je zingeving, dan zorgt het ook voor intrinsieke motivatie en dat draagt bij aan gedragsverandering.  

Wij werken als wijkverpleegkundige heel oplossingsgericht, maar ik kan het heel belangrijk vinden dat een cliënt gezonder gaat eten, vanwege te hoge bloedsuikers, maar als de cliënt dat niet wil, dan kan ik trekken wat ik wil, maar dan gebeurt het niet. De huidige zorg moet veranderen om alle grote zorgvragen met elkaar te kunnen dragen. Dan moeten we anders naar zorg kijken en meer regie bij de patiënt/cliënt leggen. Wij zijn er dan om te kijken: wat kunnen we anders doen?  

Vroeger gebruikten we het existentieel domein, maar dat was heel ingewikkeld voor ons, wat moet je daar als wijkverpleegkundige mee. We hadden het wel vaak over de kwaliteit van leven, maar niet over zingeving. Als je volgens het gedachtegoed van Positieve Gezondheid een gesprek aangaat, dan weet je zeker dat je ook langs kwaliteit van leven komt, het zegt iets over hoe je zin in het leven ervaart, lichamelijk welbevinden, etc. Het heeft ons geholpen om anders te kijken naar zingeving en het existentiële domein. Het is voor iedereen anders te interpreteren, maar de belangrijkste vraag is: waar kom je je bed voor uit?  

De manier waarop het gedachtegoed is ingestoken, gaf mij meer mogelijkheden om het gesprek op een andere manier aan te gaan. Menen zijn verrast over de vraag ‘wat vindt u nou belangrijk?’. Daardoor hebben clienten het idee dat je hen echt ziet en dat die zich gehoord voelt. Dan heb je echt een ander gesprek, dan hebben mensen het idee dat je naar de persoon kijkt en niet naar de problemen. Als de huisarts komt, dan heb je het over de ziekte, maar minder over wat iemand zelf belangrijk vindt. Bij Positieve Gezondheid ligt juist de nadruk op wat iemand zélf belangrijk vindt.  

Hoe ben je met Positieve Gezondheid in aanraking gekomen?  

De eerste keer dat ik het zag was bij mijn HBO-V opleiding, maar de informatie daarover was heel summier, als je vroeg: wat kan ik hier nou mee in mijn werk, dan wisten ze dat niet goed te vertellen. Maar ik vond het heel interessant en wilde daar graag in mijn scriptie iets mee doen, maar het gedachtegoed was te breed voor mijn scriptie en dus heb ik gekozen om te focussen op zingeving. En naar aanleiding daarvan heb ik me meer verdiept in zowel zingeving als Positieve Gezondheid.  

Hoe ben je terechtgekomen bij de kick-off Positieve Gezondheid in Leusden?  

Ik had al een aantal keer Positieve Gezondheid op mijn werk genoemd, maar eigenlijk kende niemand dat, en dat vond ik zo gek, want als ik het op internet opzocht zag ik dat heel veel organisaties daar al mee werken. In de nieuwsbrief van de SEL zag ik dat er een kick-off was, en toen heb ik me daarvoor ingeschreven.  

Ik werd echt enthousiast van de kick-off en daarom heb ik me aangemeld voor de cursussen en de kerngroep. En ik dacht, we moeten alle wijkverpleegkundigen hierin meenemen, anders zit ik straks alleen de kar te trekken.  

Hoe heb je je collega’s zover gekregen? Wat heb je allemaal binnen Beweging 3.0 gedaan?  

Na de kick-off heb ik de cursussen besproken met mijn teammanager. Het was heel fijn dat de cursussen gefinancierd werden door de SEL en dat Positieve Gezondheid benoemd was in het regionaal zorgakkoord Samen Sterker, waar Beweging 3.0 zijn handtekening onder heeft gezet. Dus kregen we ook uren om de trainingen te volgen.  

De wijkverpleegkundigen in mijn cluster waren er ook heel enthousiast over, en de meesten hebben ook meegedaan aan de trainingen. Na de training zijn we in afstemming met de clustermanager een pilot gestart en hebben we de cliëntenraad over de pilot geïnformeerd. Het cluster was toen Leusden/Achterveld, inmiddels is dit uitgebreid met Hoevenlaken en Woudenberg.   

Wat hield de pilot in?  

Het voeren van een intakegesprek volgens Positieve gezondheid. Daarvoor hebben we in het EPD een gespreksinstrument geplaatst waarin je per dimensie de ruimte hebt om op te schrijven wat je besproken hebt met de client en waar je een cijfer aan kunt geven. Daarnaast werken we met 2 indicatoren, zowel de cliënt als de wijkverpleegkundige kan een cijfer geven hoe zij het gesprek ervaren hebben. Die data hebben we verzameld en geanalyseerd. 

Verder stond Positieve Gezondheid altijd op de agenda voor het wijkverpleegkundigen overleg (bv moet het gespreksinstrument nog aangepast worden, etc.). Het is nog een wens om de lijst van Positieve Gezondheid te koppelen aan het zorgplan (ipv het risico signaleringsinstrument dat we nu gebruiken).   

De cliënten hebben het intakegesprek gemiddeld een 8 gegeven. En de wijkverpleegkundigen gaven aan dat je dieper kunt ingaan op de verschillende domeinen, dat er mogelijkheid is om te leren van de actuele kennis van andere wijkverpleegkundigen, dat ze overtuigd zijn dat het gedachtegoed richting geeft aan toekomstbestendige zorg, dat de draagkracht/draaglast beter in kaart wordt gebracht. Het werkte ook juist goed bij cliënten met concentratieproblemen en mensen met dementie, vanwege de illustraties waardoor ze de aandacht er beter bij kunnen houden. Wijkverpleegkundigen krijgen een beter algemeen beeld van ervaringen en van de client en de cliënt praat over de dingen die de client belangrijk vindt, waardoor je tot andere inzichten komt.  

Heeft het geleid tot een andere indicatie stelling?  

Er wordt beter gekeken naar de indeling van de zorguren, soms is bv hulp bij aankleding niet altijd nodig, maar gaat het er veel meer om dat iemand gezien of gehoord wordt. 

Heb je weerstand ondervonden?  

Ja, er zijn altijd mensen die het lastiger vinden, die het al jarenlang gewend zijn om op een bepaalde manier te werken, en die vinden verandering niet fijn. Wat ik nu wel zie na een aantal maanden, is dat als er één schaap over de dam komt, dan volgt de rest. De meerderheid van de wijkverpleegkundigen vindt het wel interessant en gaat met mij mee, dus nu volgt de rest ook. Ze horen positieve ervaringen van anderen en willen dan nu toch ook iets met PG. Andere collega’s geven het enthousiasme dus door. 

Het staat standaard op de agenda van het wijkverpleegkundigenoverleg, dat helpt heel erg, ook al is het maar een kleine update. Bv ik heb laatst een update gedaan over de borgingssessie. Dat houdt het op de agenda. En laatst ben ik naar Achterveld gegaan om meer informatie te geven en vragen te beantwoorden.  

Sommige personen (of met bepaalde zorgvragen) zijn niet heel geschikt voor PG gesprek, dat leg ik dan ook uit bij collega’s, dat ze niet bang hoeven te zijn dat ze het bij iedereen moeten doen. Als je merkt dat je het bij iemand wel kan toepassen, dan nodig ik uit om in ieder geval het spinnenweb voor te leggen.  

Ik verbaas me er elke keer erover hoe hoog cliënten hun eigen kwaliteit van leven scoren, ondanks de nare dingen die mensen meemaken. Dan zeggen clienten: ‘das eigenlijk hoog hè, met alles wat ik heb’. Mooi toch. 

Wat is er nodig om de omslag in denken in heel Leusden-Achterveld voor elkaar te krijgen?  

Dat iedereen hierin blijft investeren, de fyiso, wijkverpleegkundige, maar ook de huisarts. Dat je anders het gesprek aangaat met de client. Iedereen op dezelfde manier benaderen. Dan draagt dat bij aan hoe een client participeert. Dat je zegt dat je een intake volgens PG hebt gedaan, dat de huisarts dan weet wat je hebt gedaan. De POH’s weten het, de huisartsen weten het. Dezelfde taal blijven spreken. Het staat aardig op poten, veel mensen hebben meegedaan aan de cursus. Je moet het wel blijvend aandacht geven, in heel Leusden, anders gaat het verwateren.  

Ik ga binnenkort weer naar de cliëntenraad om de uitkomsten van de pilot te delen, daar is nog een beslissing voor nodig of we de pilot structureel kunnen borgen. Wij gaan als cluster in ieder geval door. Maar als het echt in ons zorgproces komt, dan moet het door de cliëntenraad worden goedgekeurd.  

Wil je nog iets delen?  

Er was eerst veel weerstand op dat je PG niet kunt gebruiken bij mensen met dementie, maar uit onze pilot komt juist naar voren dat het veel beter werkte voor mensen met dementie dan de intake zoals wij gewend waren. De iconen van PG spreken voor zich en de cliënten kunnen daar heel goed mee uit de voeten. Zeker bij mensen met beginnende dementie, dan kunnen ze nog heel goed vertellen wat voor persoon ze zijn, wat ze belangrijk vinden, wat ze fijn vinden. 

Over het algemeen was de organisatie heel positief, maar het heeft wel geholpen dat we de cursussen niet allemaal hoefde te betalen. En veel geluk dat het binnen de visie stond, dat het in het zorgakkoord samen sterker stond. 

Vooraf vroegen de wijkverpleegkundigen zich af of er meer administratieve last kwam, maar we ervaren het juist als makkelijker, je kan makkelijk beschrijven wat cliënten zeggen. En door het cijfer kun je veel onderbouwen.